Mijn levensboek in de leefgroep

Al geruime tijd wordt het levensboek ook gebruikt in leef- en behandelgroepen. In een residentiële setting verblijven vooral kinderen die door problemen binnen het gezin of door traumatische ervaringen korte of lange tijd in een leefgroep wonen. Met sommige kinderen wordt afgesproken dat zij, wanneer zij dat willen, in het levensboek hun ervaringen, angsten, bijzonderheden, toekomstplannen en nog veel meer kunnen uiten. Dat wordt gedaan samen met de groepsleider of gedragswetenschapper. Met ouders worden gesprekken gepland om samen met het kind en de pedagogisch medewerker over de eerste levensjaren te vertellen. Die verhalen zijn voor het kind opzetjes om via tekeningen, foto’s en verhalen verder te borduren op de ervaringen die zij zelf hebben met betrekking tot hun eigen geschiedenis. Wat mij opvalt, is dat het levensboek in kindertehuizen vaak te veel gedragen wordt door de groepsleiding. De boeken staan in het kantoortje waar de kinderen moeilijk bij kunnen en de mentor die het levensboek samen met het kind invult, is te onregelmatig aanwezig. Door drukte schiet het levensboek er wel eens bij in. De kinderen ervaren het levensboek vaak als een lijvig boek en hebben sturing nodig om te beginnen en vol te houden. Maar als het eenmaal op gang is gekomen wordt het als zeer plezierig en nuttig ervaren. Hulpverleners zien er therapeutische mogelijkheden in.

Deze ervaring stond eerder in Mobiel, tijdschrift voor de pleegzorg (2006)